De regering heeft de tussenpersonen Oppenheimer en Scotiabank benaderd om USD 500 miljoen voor haar ‘te zoeken’ op de internationale kapitaalmarkt. Dit melden diverse internationale financiële nieuwswebsites. De regering zelf heeft er geen mededelingen over gedaan. Het gaat om een lening tegen 9,5 procent per jaar met een looptijd van tien jaren.
Volgens Reuters gaat het om een lening ten behoeve van Staatsolie Maatschappij Suriname en begrotingssteun voor de regering. De oppositie is op haar achterpoten gaan staan nadat de informatie vanuit het internationaal financieel verkeer haar heeft bereikt. VHP-voorzitter en parlementariër Chandrikapersad Santokhi kan zich niet voorstellen dat de regering tot dit besluit is overgegaan zonder het parlement te betrekken.
Hij vreest dat de regering met het voornemen dit geld te lenen niet alleen Staatsolie in gevaar heeft gebracht, maar ook de extra inkomsten die er de komende jaren verdiend zullen worden uit de gouddeal met Newmont naar de klippen heeft geholpen om de rente af te lossen. “Natuurlijk zal je het geld kunnen vinden op de internationale kapitaalmarkt maar men weet niet dat Suriname een kleine economie is. Hoe zal dit geld terug betaald worden?”, vraagt Santokhi zich af.
Het stuit hem ook tegen de borst dat de rente voor dit voorgenomen leenbedrag tien procent bedraagt. “Het is bewezen dat je hetzelfde bedrag tegen zeven tot acht procent zal kunnen lenen op de Amerikaanse markt.”
Hij en collega-parlementariër Gregory Rusland, voorzitter van de NPS, zullen woensdag een officieel protestbrief de deur doen uitgaan tegen het voornemen van de regering om het geld te lenen. “Er is een deal gesloten met IMF en nu gaat het moeilijk om de voorwaarden na te leven dus wijk je uit naar andere mogelijkheden. Ik vraag me af waarom het parlement niet is betrokken in dit belangrijk besluit”, zegt Santokhi. “Ik wil weten wat de regering met dat geld zal doen. Onze kinderen zullen het moeten aflossen”, aldus de oppositieleider.
UNITEDNEWS